Zaterdag heeft het Fanfareorkest een Lenteconcert samen met Harmonie De Volksgalm uit Riemst, waar onder andere Stefan speelt!
Stefan Castro, een bekend gezicht bij Fanfare De Vooruitgang. Stefan is afkomstig uit Riemst en woont nu in Nederweert met zijn vrouw Lieke en twee kinderen, Sem van 10 jaar en Liene van 7 jaar. Stefan speelt slagwerk en heeft aan het conservatorium gestudeerd. Nu is hij freelance musicus.
“Ik kom al sinds jaar en dag bij De Vooruitgang. Sinds Frenk dirigent is bij jullie vraagt hij mij al om mee te spelen.
In het begin was dat zonder repetitie, omdat ik op de woensdag niet vrij was. Maar sinds de laatste concours deelname heb ik de (leden van de) club pas echt leren kennen. En ik kan je vertellen dat het een heel gezellig clubje gedreven muzikanten zijn daar in Stiphout 😊.”
Stefan is op het moment nog steeds lid van Harmonieorkest De Volksgalm uit Riemst. Verder is Stefan lid van de Koninklijke Philharmonie Bocholtz en Koninklijke fanfare Kempenbloei Achel.
Hoe is het concert met Riemst eigenlijk tot stand gekomen? Stefan geeft aan dat De Volksgalm enkele jaren geleden naar Helmond is gekomen om te concerteren en hij denkt dat het nu de tijd was voor De Vooruitgang om naar Riemst te komen.
“Het wordt volgens mij een mooi concert met een afwisselend programma van twee mooie verenigingen. Met als verbindende factor onze dirigent.”
"De Belgen zijn beter opgeleid, de Nederlanders communiceren beter"
Stefan musiceert in België en in Nederland. Merkt hij eigenlijk verschil in het musiceren in beide landen?
“Qua muziek zit er niet veel verschil tussen België en Nederland. Qua niveau van de individuele muzikanten echter wel. Dit heeft er volgens mij mee te maken dat het niveau van de opleiding in en B en NL heel erg verschilt. In B ligt het niveau van de muziekscholen een stuk hoger dan in NL. En het systeem is ook heel anders. Vroeger begon je eerst met een jaar gehoor en solfège. Na dat jaar mocht je een instrument kiezen. Ieder jaar had je een examen om door te mogen naar het volgend jaar. En om de 3-4 jaar was er een openbaar examen. Helaas is de kwaliteit van de opleiding in B ook veranderd en is het niet meer wat het geweest is. Door die opleiding kunnen de individuele muzikanten vaak beter lezen en hebben ze meer kennis van de theorie waardoor het sneller gaat om een nieuw stuk in te studeren.
Het grote verschil qua verenigingen is de contributie. In B betaal je bij veel verenigingen geen contributie (ongelooflijk hè). En ze krijgen geen (of nauwelijks) subsidie. Communicatief vind ik de verenigingen in NL dan weer sterker. Je merkt dat er bij veel verenigingen een goed werkende PR commissie is. Dat mis ik in B wel. Wellicht heeft dat te maken met de organisatiestructuur? Ik heb het idee dat in B alles door een handje vol mensen moet gebeuren terwijl het in NL beter geregeld is met verschillende commissies. Er zijn trouwens wel uitzonderingen op de regel. Zowel in positieve als negatieve zin.
Verder vind ik de verschillen niet zo groot. Misschien omdat bij 2 van de 3 verenigingen waar ik lid van ben Frenk ervoor staat.”