De Armeense duduk (uitspraak “doe-doek”)
is een dubbelriet blaasinstrument met een cilindrische boring, gemaakt uit Armeens abrikozenhout, en een groot dubbelriet,wat ghamisch genoemd wordt. Deze zijn heel gevoelig voor wisselingen in klimaat en luchtvochtigheid. Het instrument heette oorspronkelijk tsiranapogh, wat in het Armeens letterlijk abrikozenhoorn betekent. Tijdens de Ottomaanse bezetting van Armenië werd de Turkse naam duduk overgenomen. Deze naam is waarschijnlijk een onomatopee (klanknabootsing).
Het is een verre verwant van Oost-Aziatische instrumenten als de Chinese guanzi, de Koreaanse piri en de Japanese hichiriki. In vergelijking met andere dubbelrietinstrumenten als de hobo of schalmei heeft de duduk een zeer groot (in verhouding tot het instrument) en ongevlakt riet. Bovendien is de duduk cilindrisch van vorm (niet conisch) waardoor de klank meer wegheeft van klarinet of saxofoon dan een dubbelriet. Het tembre van de duduk wordt ook wel eens vergeleken met dat van een menselijke stem, mede door de manier waarop het dubbelriet resoneert wanneer er vibrato gespeeld wordt, wat vooral in de hogere noten het geval is.
Het bereik van het instrument is slechts een octaaf en een kleine terts,en de meest voorkomende stemming is A (het bereik daarvan staat in de figuur hiernaast). De houten body is ongeveer 36 centimeter lang,en met het riet erbij ongeveer 44 centimeter.
Vrolijke volksmelodiën,maar ook klagende, droevige melodieën behoren tot het duduk repertoire.
In Rubicon heeft de duduk een rol aan het begin in de meditatie, maar kan worden vervangen door sopraansax. Tot nu toe speelt Mario deze rol omdat het zeer lastig is een dudukspeler te vinden en vast te leggen. Dit zal dus vermoedelijk bij het concours ook zo zijn. De mooie geschiedenis van de duduk wilden we je echter niet onthouden.