We bellen met Rudolf Görts naar aanleiding van zijn veelbesproken transfer van de eerste trompet naar de bugel omdat we benieuwd zijn naar zijn verhaal. Rudolf: "het is na vijftien jaar trompet spelen gaaf om weer in een groep te spelen met meerdere collega's op dezelfde partij."
We bellen met Rudolf Görts net als hij op het punt staat zijn bijna dagelijkse oefensessie te gaan houden. Gelukkig is hij toch bereid om zijn muzikale acties nog even te laten rusten. Want ja, zeg nou zelf: wanneer je zomaar bij onze bugelsectie komt aanschuiven, zul je toch zeker wel een heel verhaal hebben.
Rudolf, daar zat je dan weer op je oude stekje in de bugelgroep vorige week woensdag. En, hoe voelde dat?Eerlijk gezegd een hele opluchting om terug te zijn na meer dan 15 jaar. Ik speelde destijds nog solobugel met Antoon Geubbels en zijn neef Henk. Carel van Hoof zat er toen ook al. Ja, voor mij is het echt ontzettend gaaf om weer in een groep te spelen met een aantal collega’s op dezelfde partij. De druk die ik als eerste trompettist en solist voelde, is er al die jaren niet minder op geworden. Ik wilde dat echt niet meer. Dit vind ik heerlijk, al besef ik heel goed dat ik een probleem achterlaat. Ik ben alleen niet zo gelukkig met de onrust die mijn terugkeer in de bugelgroep veroorzaakt heeft. Ik had namelijk geen enkele “eis” verbonden aan die move. Geef me maar gewoon een bugel en een stoel ergens in die groep. Dat is prima, verder niets. Ik vind het plan van Carel dan ook best goed om, zo gauw dit weer mogelijk is, in de bugelsectie te rouleren onder de mensen die dat willen en kunnen. En verder: ik hoop gewoon weer lekker fijn muziek te kunnen maken. Het voelt prima!
Hoe kijk jij als ervaren Vooruitganger aan tegen het naderende concours?Ik zit er een beetje dubbel in. Aan de ene kant is, eerlijk gezegd, op concours gaan niet mijn favoriete activiteit. Want ik wist altijd: straks komt er weer een hoop solowerk mijn kant op. Gelukkig nu niet meer; ik vond de druk soms echt te groot voor mij. Daarnaast is het ook niet echt motiverend om weer een lange periode van “peuteren” aan al die stukken te moeten doormaken; zeker niet straks in de laatste maanden als het aankomt op de kleinste kleinigheidjes. Van de andere kant: het spelen tijdens het concours vind ik geweldig! Zo met z’n allen het beste van wat we in huis hebben te laten horen, die gezamenlijke prestatie, dat gevoel om met z’n allen één te zijn. Geweldig!
Hoe bereid jij je voor, Rudolf? Hoe ziet jouw “door-de-week” eruit voor de Fanfare?Nou, ik studeer graag thuis. Dat doe ik toch zeker wel een keer of drie per week. Ik ga dan steeds naar boven met de bedoeling een kwartiertje te oefenen, maar ik betrap me erop dat ik bijna altijd meer dan een half uur bezig ben geweest. Mijn partij helemaal in de vingers krijgen, dat is voor mij de uitdaging! En nu, met een bugel in huis, moet ik dubbel hard aan de bak. Want hij “luistert” nog niet echt naar mij. Sommige bindingen gaan echt heel lastig op de Vincent Bach en sommige intervallen ook. Nee, ik kan goed vooruit; ik heb er werk genoeg aan.
Wat is je indruk van onze dirigent Frenk Rouschop in dit project? Hoe zou jij hem typeren als onze Chef de Mission?Ik vind Frenk een hele kundige dirigent; geweldig fijn om onder hem te repeteren en te spelen. Vooral vanwege zijn altijd duidelijke aanwijzingen. En wat ik ook waardeer: dat hij rust eist tijdens de repetitie. Voor mij heel belangrijk. Dat komt het effect van de repetitie op mij echt ten goede; zo schieten we op.
Heb je nog een laatste boodschap aan iets of iemand in dit hele gebeuren?Nee, eigenlijk niet. Wat ik wel hoop: dat we snel de vruchten kunnen plukken van de inspanningen van de Werkgroep Opleidingen. Want ik zie toch wel hiaten ontstaan in de bezetting en gelukkig zijn er de laatste jaren diverse “zij-instromers” naar Stiphout toe gekomen. Maar de groei van onderop, daar zullen we het toch uiteindelijk van moeten hebben. We worden allemaal wel erg oud en grijs zoals het er nu voor staat…………
Ik kan je alleen maar gelijk geven, maar we zullen toch echt nog een paar jaar geduld moeten hebben. Daar moeten we nog maar eens over contacten als ook Jan van Bommel tijd heeft om aan te schuiven. Voor nu genoeg. Bedankt, Rudolf, voor je tijd en wijze woorden. Succes in de bugelgroep en maak er samen het beste van.Graag gedaan en goed dat het gesprek voorbij is, want ik moet nu toch echt dringend naar boven, naar mijn bugel!
(interview: Ad)