Ik bel hem tijdens zijn rit vanuit het verre St. Geertruid onderweg naar Woerden voor zijn wekelijkse meeting met de Douaneharmonie. Frappant dat deze man ondanks dat, toch heel onmiddellijk en heel direct in onze Stiphoutse zaken zit. Je moet snel schrijven, wil je zijn gedachten kunnen bijbenen.
Frenk, je bent al een tijdje bezig met het zoeken naar een voor ons geschikt concourswerk. Hoe zit het daarmee?
Op concours gaan wil zeggen dat je een programma moet instuderen waarmee je je als orkest kunt bewijzen. Je moet daarbij o.a. uit een lijst van 10 stukken één verplichte keuze maken: het Verplichte Werk. Daarnaast tot een uur durend andere stukken ter aanvulling: iets met een solist, iets vernieuwends, iets origineels of gewoon iets waarin je je lekker muzikaal kunt uitleven en al je kwaliteiten bloot legt. Nou, met de muziekcommissie hebben we gekeken naar die lijst van 10: niet bepaald de mooiste stukken. Dikwijls zie op zo’n lijst allerlei werken die door bepaalde lieden in het land naar voren geschoven worden omdat ze anders misschien nooit gespeeld zullen worden. Dus vielen er al direct een stuk of zeven af, die we zeker niet zouden kiezen. Omdat er componisten bijstonden zoals Goorhuis, De Haan, Van der Roost en Sparke hebben we maar eens wat partituren bestudeerd en zelfs op proef gespeeld met het fanfareorkest: heel leerzaam, ook voor een dirigent. Inmiddels hebben we gekozen voor het werk van Philip Sparke: Sinfonietta nr. 4.
Waarom Sinfonietta nr. 4, Frenk. Wat zijn de sterke punten van deze compositie?
Om te beginnen heeft Sparke voor mijn gevoel in dit werk weer eens de “goede noten” geschreven: melodieën die mij erg aanspreken, veel klankmogelijkheden en vooral ook het spektakel in dit stuk niet te vergeten: technisch en ritmisch een heel gedoe.! En zeker voor een club als Stiphout. Jullie zijn vertrouwd met Sparke en speelden in het verleden diverse andere goede stukken van hem, zoals The Sunken Village en The Land of the Long White Cloud. Ik denk dat dit werk Stiphout ook heel goed zal passen. Het werk is programmatisch van karakter, dat wil zeggen dat er ook een verhaal in zit en daar zullen veel muzikanten dan ook wel houvast aan hebben en fragmenten herkennen. Het gaat over een fabriek, waar machinale houtbewerking plaatsvindt. Veel meer wil ik daar nog niet over zeggen; laat eerst de noten hun werk maar eens doen. Zo’n verhaal is bovendien niet echt leidend voor mij; het gaat op de eerste plaats om de muziek. Wat ik ook nog zeker wil zeggen: Er zitten prachtige melodieën in, die snel kunnen ontroeren en die Stiphout heel goed passen: mooie klanken, mooie sfeer! Ik kan er echt iets mee, maar jullie zullen het moeten doen. Dus laat me er niet alleen mee!!
Welke zullen voor ons de grootste problemen vormen?
Om te beginnen is daar de klankbalans van de Fanfare. Die is op dit moment niet goed en daar zullen we stevig aan moeten sleutelen. Ieder register moet op orde komen en jullie weten zelf ook wel in welke secties dus echt veel moet worden aangepast, omdat ofwel het aantal spelers in een groep onvoldoende is, ofwel hun gezamenlijke klankresultaat. In het klein koper, zowel bij de bugels als bij de trompetten zitten relatief de kleinste aantallen spelers terwijl saxen en zwaar koper eigenlijk overbezet zijn. Dan is er nog de bekende onderbezetting in de slagwerksectie. Gelukkig hebben we een relatief lange instudeerperiode tot aan november. Van de andere kant: willen we op 17 maart in Den Bosch al een verantwoorde eerste proef laten horen, dan moeten we na de feestdagen onmiddellijk aan de bak.
Conclusie, Frenk?
Dit werk is een geweldige uitdaging, zowel technisch als ritmisch. En nogmaals, vooral vanwege de klankmogelijkheden, die voor heel veel afwisseling kunnen zorgen tussen prachtige intieme momenten en grootse expressieve passages. Voor mij is de uitdaging om alles uit dit stuk te halen. Ik zal er niet snel op uitgekeken zijn. Het thematisch materiaal biedt heel veel mogelijkheden in combinatie met de diepgang en de kleuren. Ik ben heel benieuwd hoever ik met jullie hiermee kan komen, dus ik zou zeggen: stroop de mouwen maar op, Stiphout, en probeer mij te volgen. Het is zeker de moeite waard!
Op dat moment rijdt Frenk Woerden binnen en zet ik mijn PC aan voor de uitwerking van ons gesprek. Geweldig om eens een half uurtje met je dirigent te kunnen bellen. Frenk, dat doen we binnenkort nog eens!